activiteit thema lichaam

* Test je zintuigen *

Wat hoor, voel, proef en ruik jij allemaal in het bos? Aan de hand van kleine opdrachtjes leren de kinderen hun zintuigen gebruiken in de natuur.

 3-6 jaar   1,5 uur

benodigdheden

  • Een blinddoek per kind
  • Honing
  • Champignon
  • Look
  • Voelvoorwerpen uit de natuur
  • Knuffelberen
  • Chocopasta met hazelnoten
  • Bosbessen
  • Rabarber
  • Vlierbloesemlimonade
  • Glas (voor de limonade)
  • Lepel (voor de choco)

bron

Deze activiteit werd ontwikkeld voor het sport-wetenschapskamp “Puur Natuur” door Julie Ghyselinck (stafmedewerker wetenschapscommunicatie HOGENT).

download de fiche

verloop

Inleiding

In deze workshop prikkelen de kinderen hun zintuigen in de natuur en nemen ze de omgeving waar. Door middel van kleine opdrachtjes horen, voelen, proeven en ruiken ze dingen die aanwezig zijn in het bos.

Verloop van de workshop

Inleiding

Start de workshop met een korte inleiding door vragen te stellen:

  • Wat zijn zintuigen?
  • Hoeveel hebben we er?
  • Kan je ze benoemen?
  • Waarvoor gebruiken we zintuigen?
  • Hebben dieren ook zintuigen? Kan je voorbeelden geven?

 

Geef uitleg over de zintuigen:

We hebben 5 zintuigen: horen, zien, voelen, smaken, ruiken. Sommige van deze zintuigen zijn beter ontwikkeld dan andere, omdat we ze vaker gebruiken. We maken bijvoorbeeld veel vaker gebruik van het zintuig 'zien' in vergelijking met het zintuig 'voelen'. Afhankelijk van wat we doen en in welke situatie we ons bevinden, gebruiken we andere zinuigen. Wanneer we iets eten, gebruiken we de zintuigen 'smaken' én 'ruiken'. Als het donker is, doen we meer beroep op ons gehoor enz... Zintuigen zijn er dus om ons te beschermen tegen gevaar.

Ook dieren maken veelvuldig gebruik van hun zintuigen. Honden worden weleens speurneuzen genoemd, net omdat ze zo goed kunnen ruiken. Mede daarom worden ze ingezet bij politie-acties. Katten hebben - naast een sterk ontwikkeld geurvermogen - een heel goed gehoor, bovendien kunnen zij ook heel scherp zien in het donker. Op die manier kunnen ze bijvoorbeeld muizen vangen die zich verschuilen. Ook bij dieren zijn zintuigen dus essentieel om te overleven. 

Zintuig: reukzin

Het eerste zintuig is de reukzin (ruiken). Plaats de kinderen in een kring en doe elk van hen een blinddoek om. Leg de kinderen uit dat je drie dingen zal doorgeven waaraan ze mogen ruiken. Wanneer ze denken te weten welk product ze in hun handen hebben, mogen ze het doorgeven aan het kindje naast hen. Vraag hen om niets te verklappen zodat de andere kindjes ook kunnen raden. Zeg hen dat jullie straks samen overlopen aan welke producten de kindjes hebben geroken.

  • 1e geur = honing
  • 2e geur = champignon
  • 3e geur = look

 

Laat de kinderen hun blinddoek afdoen en vraag hen wat ze hebben geroken. Wanneer de kinderen even hebben geraden, toon je hen de producten.

Zintuig: tastzin

Het tweede zintuig is de tastzin (voelen). Laat de kinderen een 10-tal minuten op zoek gaan naar een voorwerp uit de natuur (steen, tak, blad, noot, …). Leg uit dat de kinderen hun voorwerp niet mogen tonen aan de anderen. De bedoeling is dat zij straks raden wat ze hebben gevonden.

Als alle kinderen een voorwerp gevonden hebben, gaan ze in een cirkel zitten met het voorwerp achter hun rug. Iedereen wordt opnieuw geblinddoekt. De kinderen mogen het voorwerp nu van achter hun rug halen en doorgeven. Op een bepaald moment roept een begeleider “Stop!”. Op dat moment stopt het doorgeven en mag elk kindje om de beurt raden wat hij/zij in zijn/haar handen heeft.

Zintuig: gehoor

Het derde zintuig is het gehoor (horen). Om dit zintuig te testen wordt een spel gespeeld. De kinderen gaan in een kring zitten. Vraag één vrijwilliger die "het konijn" speelt. De andere kinderen gaan rond "het konijn" zitten, zij spelen "de vossen" die de kleine konijntjes (knuffelberen) willen stelen. Het konijn wordt geblinddoekt en de vossen krijgen één voor één de kans om de kleine konijntjes te stelen. Van zodra "het konijn" een geluid hoort, wijst die in de richting van de dief. Die vos ligt dan uit het spel. Speel het spel tot wanneer alle vossen werden ontmaskerd en/of alle kleine konijntjes werden gestolen. 

Zintuig: smaakzin

Tijdens deze activiteit komen vier zintuigen aan bod. Het vierde en laatste zintuig is de smaakzin (proeven/smaken). Opnieuw worden de kinderen geblinddoekt. Ze mogen allemaal proeven en raden wat ze net hebben geproefd. Ook hier wordt gebruik gemaakt van voorwerpen uit de natuur. 

  • 1e smaak: chocopasta met hazelnoten
  • 2e smaak: vlierbloesemlimonade
  • 3e smaak: bosbessen

 

Laat de kinderen raden wat ze net hebben geproefd. Ze zullen ongetwijfeld raden dat ze chocopasta hebben geproefd, maar kunnen ze ook raden dat er ook hazelnoten (uit het bos) in chocopasta zitten? Bij de vlierbloesemlimonade kan je aan de kinderen vragen of mama of papa dit thuis al eens heeft gemaakt, of vraag naar het recept van vlierbloesemlimonade. Maak er een interactieve sessie van.

Aandachtspunten en tips

Bij mooi weer kan deze workshop buiten worden gegeven. Laat de kleuters dan buiten in een kring zetten. Zorg wel dat ze uit de zon blijven (of smeer ze in met zonnecrème).

Zintuig voelen: zorg voor enkele voorwerpen uit de natuur die je kan gebruiken bij slecht weer of als een kindje zelf geen voorwerp heeft gevonden.

Indien je niet alle zintuigen kan behandelen is dat geen probleem. Zorg er vooral voor dat de kindjes het naar hun zin hebben. Kleuters verliezen snel hun aandacht.