Na deze activiteit kunnen de kinderen de delen van een bloem benoemen en verschillende bloemen herkennen. Ze leren ook hoe planten water opnemen en hoe ze zelf zaadjes/bloembollen kunnen planten. Het opvolgen van de groei van de plantjes kunnen de kinderen doen aan de hand van het groei- en bloeiboekje.
3-6 jaar 1,5 uur
Deze workshop werd ontwikkeld in het kader van de Kinderuniversiteit "Bloem zoekt bij" door Karlijn Franck (stafmedewerker wetenschapscommunicatie HOGENT).
download de ficheDeze activiteit bestaat uit 4 deelactiviteiten.
Dit is een inleidende activiteit om de kinderen te laten kennismaken met verschillende soorten bloemen (andere geuren, kleuren, ...). Laat de kinderen aan de verschillende bloemen ruiken. Ruiken alle bloemen hetzelfde? Welke bloem vinden ze het lekkerste ruiken? Vinden alle kinderen dat? Blinddoek een kind en laat het aan één van de bloemen ruiken. Doe de blinddoek weer af en vraag het kind aan welke bloem het heeft geroken. Klopt het?
Bekijk de bloemen samen met de kinderen. Kennen ze de naam van de bloemen? Welke bloemen vinden de kinderen het mooist en waarom?
Benoem de delen van de bloem (= bloemblaadjes, meeldraden, stempel, stengel, bladeren) en achterhaal met de kinderen de functie. Doe dit aan de hand van vragen, laat de kinderen raden en vertellen.
Bloemblaadjes: kroonbladeren en kelkbladeren (kroonbladeren kunnen allerlei verschillende kleuren en vormen hebben om insecten te lokken. Kelkbladeren zijn meestal groen en dienen ter bescherming van de bloem).
Meeldraden: zijn het mannelijke deel van de bloem, het aantal varieert van één tot zeer veel meeldraden.
Stamper: de stamper is het vrouwelijke deel van de bloem, meestal is er één stamper aanwezig, soms zijn er meerdere.
Stempel: de stempel is het bovenste, kleverige deel van de stamper, hierop kleven de stuifmeelkorrels na bestuiving.
Stengel: De stengel geeft aan de plant stevigheid en zorgt voor transport van water en voedingsstoffen. Daarnaast zorgt de stengel voor de groei van de plant zowel door groei in de lengte als in de dikte.
Bladeren: bladeren van de bloem zorgen voor verdamping van het water en fotosynthese.
Wortels: halen de voedingsstoffen uit de bodem, zorgen ervoor dat de plant niet omvalt.
Ieder kind kiest een bloem die ze uit elkaar gaan halen. Laat de kinderen de bloemblaadjes tellen en op het werkblad kleven, laat ze vervolgens de stempel- en de meeldraden van dichtbij bekijken.
Planten hebben eten en drinken nodig om in leven te blijven, net als mensen. Daarom zet je bloemen in een vaas met water. Maar hoe komt dat water dan bij de bloemen terecht? Laat elk kindje deze proef individueel doen. Zorg ervoor dat er etiketten met hun naam op de bekertjes worden geplakt.
Verklaring: De tulp drinkt het gekleurde water. Dit water gaat door verschillende kanalen naar omhoog naar de bloem. De kanalen uit de linkerkant van de stengel gaan naar de linkerkant van de bloem. En de kanalen uit de rechterkant van de stengel gaan naar de rechterkant van de bloem. Als het water in de bloem verdampt, dan blijft de kleurstof achter en wordt de bloem gekleurd. Tulpen hebben water nodig omdat ze zweten. Ze zweten niet omdat ze het warm hebben, maar omdat ze op die manier voedingsstoffen naar de bladeren en de bloemen brengen. Door het zweten trekken ze het water met voedingsstoffen omhoog.
Elk kindje kiest een zaadje of een bloembol uit om zelf te planten. Plak een etiket op hun bloempotje met hun naam erop.
Laat ze zelfstandig werken in het groei- en bloeiboekje.